YVG beleid jeugdtraining
YVG gebruikt het meerjaren opleidingsplan van de KNSB als handvat voor het trainen van de jeugd. De KNSB onderscheid meerdere fasen die kinderen op de schaats doormaken. Van het begin, het FUNdament tot trainen voor de Top (zie schema hiernaast). Voor YVG richten wij ons met name op het FUNdament, Leren schaatsen en Leren trainen. In dit geval de bovenste drie fasen. Goed om te vermelden is dat er een range van -2/+2 jaar in het schema kan voorkomen afhankelijk van de ontwikkeling van ieder kind.
Daarnaast hanteren we bij YVG ook een weekprogramma, waarin we kinderen van jongs af aan spelenderwijs meenemen in de techniek van het schaatsen. Hiervoor gebruiken onze trainers een stappenplan dat begint bij ijsgewenning en diep zitten. Vervolgens komen alle technische onderdelen van het schaatsen elk jaar aan bod en streven we ernaar om naast de groepsgerichte aanpak ook zo veel mogelijk individuele aandacht te geven aan de kinderen.
Onze trainers zijn gediplomeerd of zijn bezig met een opleiding. We kiezen ervoor om jonge, beginnende trainers eerst een interne opleiding te geven voor ze daadwerkelijk starten met een opleiding bij de KNSB
Drie fasen nader toegelicht
Fase 1: Het FUNdament (4 – 9 jaar)
In deze fase wordt de basis gelegd voor toekomstige ontwikkeling. Hier leren ze de basisvaardigheden van het schaatsen en moet het kind vooral (heel veel) plezier beleven aan bewegen op het ijs. Kinderen moeten op een leuke manier, in een veilige en stimulerende omgeving leren schaatsen. En in deze fase wil je de interesse wekken en zorgen dat kinderen hun hele leven lang blijven schaatsen.
De kinderen schaatsen 2 tot 3 keer in de week en leren ze de basisvaardigheden voornamelijk in groepstrainingen, waarbij de focus ligt op spel en plezier waarbij herhaling erg belangrijk is. Daarnaast is ook een goede opbouw erg belangrijk om techniek aan te leren. Begin bij de basis (de houding) en breidt dit steeds verder uit.
Fase 2: Leren Schaatsen (8 – 12 jaar)
In deze fase ligt de focus op het leren schaatsen voor kinderen van 8 tot 12 jaar (-2/+2 jaar). De nadruk ligt op het aanleren van belangrijke technische vaardigheden. Het is heel belangrijk om dat in deze fase aan te leren, aangezien kinderen tijdens een groeispurt (vaak in fase 3, geen of minder controle over de coördinatie hebben.
In deze fase worden vaardigheden nog steeds aangeleerd door middels van spel, echter bereid deze fase zich uit met gerichte(re) training. De focus blijft liggen op plezier, maar wel meer specifiek gericht op basisvaardigheden aanleren voor het schaatsen en daarnaast krijgt ook de fysieke ontwikkeling van de sporter meer aandacht.
In deze fase is het belangrijk voor een trainer om rekening te houden met de groei en ontwikkeling. Ook in deze fase geven wij de training in groepen en maken we gebruik van een goede opbouw in de trainingen.
Fase 3: Leren Trainen (11-16 jaar)
Zoals de naam het al zegt staat in deze fase het ontwikkelen van de trainbaarheid van de schaatser centraal. In deze fase heb je te maken met kinderen van 11 tot 16 jaar (-2/+2 jaar). Heel belangrijk in deze fase is dat wat de schaatser in de voorgaande fasen heeft geleerd (basisvaardigheden).
Schaatsers worden in de fase Leren Trainen aangemoedigd zich vaardigheden eigen te maken die er voor zorgen dat ze hun talent verder kunnen ontwikkelen, waarbij de technische en fysieke ontwikkeling van de schaatser centraal staat.
Ook inzicht in voeding komt in deze fase voor het eerst aan de orde/geïntroduceerd. Ook voor deze fase geldt dat het belangrijk is om een goede jaarplanning te hebben met een goede opbouw.