Na de training in Kardinge kregen Marcel Bosker en Chris Huizinga van de ijsvereniging Groningen een plaquette uitgereikt, het YVG-schildje voor hun prestaties in het vorige seizoen.

Beide mannen waren Nederlands kampioen bij de junioren. Maar aanstaand weekend gaat het om het “echie”. Ze doen mee aan de KNSB-cup om zich te plaatsen voor een worldcup. Hebben ze kansen? Dat zal moeilijk worden, beiden staan aan het begin van hun carrière en ze vallen allebei op  doordat ze zoveel voor het schaatsen over hebben. Marcel is vanuit het mooie bergachtige Zwitserland waar zijn ouders wonen, naar het platte Groninger land vertrokken om maar te kunnen schaatsen. En Chris emigreerde voor een half jaar als 16-jarig jochie naar Columbia, om te trainen  voor het inline-skaten en dus ook voor het schaatsen.

Meer kansen heeft Bo van de Werff, ook een YVG-ster, zij plaatste zich vorig jaar al voor de worldcups maar een opspelende verstandskies gooide toen roet in het eten. Zij reed onder haar kunnen maar ze gaat zich dit jaar vast verbeteren, al zit de concurrentie ook nooit stil.  Bo heeft zich vooral technisch verbeterd waardoor ze beter met haar toenemende krachten om kan gaan. Daar gaat het natuurlijk bij het schaatsen om, hoe krijg je de kracht vanuit je spieren op een goed manier op het ijs.

Een apart geval is Lennart Velema, altijd al een beer van een kerel. Ik stop met school, zei hij tegen zijn vader en zette alles in op het schaatsen. Hij is in het vorig seizoen een beetje uit de boot gevallen, vooral door een vervelende blessure.  ‘t Is voor hem erop of eronder, het zal niet aan Lennart liggen, hij zal alles geven dit weekend op de 3 afstanden die hij rijdt.

De KNSB-cup is voor de YVG-ers een thuiswedstrijd. Dat vergroot hun kansen, zeker als ze fanatiek worden aangemoedigd door het thuispubliek.